Wettelijk minimumloon

Wettelijk minimumloon
Vanaf 1 januari 2024 is er een verandering in het wettelijk minimumloon. In plaats van een minimummaandloon, geldt nu een wettelijk minimumuurloon. Hoewel dit hetzelfde klinkt, kan deze verandering gevolgen hebben voor de salarisberekening van de medewerkers.
Met de invoering van het minimumuurloon zijn er geen vaste minimum dag-, week- en maandlonen meer voorgeschreven door de wet. Het uitgangspunt van de wet is dat de werknemer voor ieder daadwerkelijk gewerkt uur tenminste het minimumloon betaald krijgt. Aangezien de omvang van een voltijd dienstverband per sector kan verschillen (bijvoorbeeld 36, 38 0f 40 uur per week) zal dit gevolgen hebben voor het berekende maandsalaris. Onder het ‘oude’ wettelijk minimumloon was het namelijk zo dat je ongeacht de gebruikelijke (fulltime) arbeidsduur per week, eenzelfde minimum maandloon had. Dit betekende feitelijk dat je bij een dienstverband van 40 uur minder per uur verdiende dan bij een dienstverband van bijvoorbeeld 36 uur.
Om de medewerkers te belonen voor de daadwerkelijke gewerkte uren geldt er nu een uniform minimumuurloon voor werknemers in alle sectoren. Dit nieuwe minimumuurloon bedraagt vanaf dit jaar € 13,27 voor werknemers van 21 jaar en ouder.
Deze wijziging heeft aanzienlijke gevolgen voor de procentuele verhoging (ten opzichte van de ‘oude’ situatie). Geldt in jouw organisatie een 36-urige werkweek? Dan stijgt het minimumuurloon met 3,75% (de indexatie per 1 januari). Geldt er binnen je bedrijf een 38-urige werkweek? Dan bedraagt de stijging 9,49% en bij een 40-urige werkweek maar liefst 15,29%.
In het geval je het wettelijk minimum loon betaald, is het voor de arbeidsovereenkomst van belang, dat als je het bruto maandsalaris opneemt, deze ten minste overeenkomt met het wettelijk minimum uurloon maal de gebruikelijke arbeidsduur per maand. Wij adviseren het wettelijk minimum uurloon ook te benoemen in de arbeidsovereenkomst.
 

Berekeningswijze maandsalaris

Het Ministerie van Sociale Zekerheid hanteert een berekeningswijze voor het maandsalaris waarbij rekening moet worden gehouden met de feitelijke dagen waarop iemand werkt. Dus het aantal maanddagen dat iemand in een jaar werkt, of het aantal dinsdagen etc. Deze aantallen verschillen echter jaarlijks. Aangezien een jaar nooit precies 52 weken telt, kunnen er kleine verschillen optreden in het maandsalaris volgens de nieuwe regels. Uitgaande van maximaal 5 werkdagen, kan een jaar 260, 261 of 262 werkdagen bevatten. In 2024 zijn dat er 262. Bovendien kan de nieuwe methodiek ertoe leiden dat twee medewerkers die hetzelfde aantal uren per week werken, toch een verschillend maandloon hebben vanwege de dagen waarop ze werken. De werkwijze van het Ministerie kijkt namelijk naar het daadwerkelijke aantal gewerkte soort dagen (maandag, dinsdag etc.) in een jaar en deze verschillen jaarlijks.
Aangezien de werknemer voor ieder gewerkt uur tenminste het wettelijk minimumuurloon moet verdienen, betekent dit dat een werknemer in een maand met 20 werkdagen (uitgaande van 40 uur per week) een minimumloon van  € 2.123,20 zou moeten krijgen en in een maand met 23 werkdagen een minimumloon van € 2.441,68.
In de praktijk is bovenstaande berekeningswijze helaas niet volledig uitvoerbaar. Daarom hanteren wij de meest gangbare methode van 12 gelijke maandsalarissen.
 
Dit komt neer op de volgende rekenwijze:
262 werkdagen x [uren per dag vanuit bedrijfsrooster] x [WM(J)L-uurloon] / 12 maanden
Dit betekent dat de werknemer, met een gebruikelijke arbeidsduur van 40 uur, minimaal € 2.317,83 moet verdienen. De werknemer met een gebruikelijke arbeidsduur van 38 uur per week 2201,94 en de werknemer met een gebruikelijke arbeidsduur van 36 uur per week 2086,04.

Met ons samenwerken?

Meer info
Uw browser is niet meer van deze tijd!

Update uw browser om optimaal van deze website (en vele anderen) te genieten Nu updaten!

×